Title / Description
Baas Gansendonck / door Hendrik Conscience. Antwerpen : Van Dieren, 1879
Content
PDF Front cover
PDF Endsheet
PDF Title page
PDF Title page
PDF Herinnering.
PDF 3 I. Als niet komt tot iet, Dan kent iest zich zelven niet.
PDF 6 II. Wiens brood men eet, Diens woord men spreekt.
PDF 10 III. 's Keizers kat is zijne nicht, Groote lantaarn, maar klein licht.
PDF 17 IV. Breng den wolf in uwen schaepstal nooit!
PDF 27 V. Eerbaarheid, der vrouwen roem, Schoone, doch ook broze bloem!
PDF 40 VI. Wie verwaend is ende zot, Dient zich zelven maer tot spot.
PDF 45 VII. Hoogmoed ist de bron van alle kwaad.
PDF 50 VIII. Stille waters hebben diepe gronden.
PDF 58 IX. Als een ezel te wel krijgt, gaat hij op het ijs dansen en breekt zijn been.
PDF 69 X. Het kind des hoogmoeds heet schaamte.
PDF 74 XI. Dieselen gazaaid, doornen gemaaid.
PDF Endsheet
PDF Back cover