Titel
Staatkundige opmerkingen / van Olivarius. Amsterdam : Van Kampen, 1848
Inhalt
- PDF Vorderdeckel
- PDF Vorsatz
- PDF Titelblatt
- PDF I. Persoonlijke meening en burgerpligt.
- PDF II. Het tegenwoordig oogenblik.
- PDF III. De cotterie. IV. Het kiesregt. V. Burgermoed.
- PDF VI. De britische constitutie tot model der nederlandsche. VII. Het werk der commissie voor de herziening der grondwert. VIII. De commissie stelt de vermindering van het inkomen der kroon niet voor.
- PDF IX. Het werk der commissie en het wezen eener constitutionele Monarchie. X. Het verslag der commissie. IX. [XI.] Brief aan Olivarius.
- PDF XII. De grondwet der commissie in hare ware gedaante tentoongesteld.
- PDF XIII. De ministerieele crisis. XIV. het ontwerp der commissie van de grondwetsherziening opent de revolutie en sluit die niet. XV. nog iets over het inkomen der Kroon.
- PDF XVI. Het ontwerp der commissie in vergelijking gebragt met de belgische constitutie. XVII. Wie was het die voor eenige jaren de gegoeden in den lande den raad ga,f hunne portefeuilles onder den arm te nemen en het land te verlaten? XVIII. Wie is Olivarius?
- PDF XIX. De vier overgebleven ministers. XX. De rede van den Minister van Justitie van den 13den Mei 1848. XXI. Kleine opmerkingen.
- PDF XXII. Ontwerp van nieuwe grondwet, waarbij 's volks vrijheden op de meest zekere wijze gewaarborgd zijn, zonder dat het Koningschap wordt opgeofferd, met een bezuiniging van ruim een half millioen Gulden. XXIII. De nieuwe grondwet voor het koningrijk der Nederlanden, door Olivarius opgesteld; toelichting.
- PDF XXIV. Luchtige opmerkingen omtrent de luchtige redevoering van den Minister van Justitie, van 13 Mei 1848. XXV. Hij spiegelt zich zacht, die zich aan eenen anderen spiegelt. XXVI. De ware vrijheid bekend gemaakt en de valsche vrijheidskraaijers ontmaskerd. XXVII. Wat is verkieslijker, eene zuivere republiek, of republikeinsche instellingen met eenen koning aan het hoofd? XVIII. De Provincie Limburg. XXIX. Het Ministerie van Finantien.
- PDF XXX. De Koning in de constitutionele monarchie en de koning in het ontwerp der Commissie van den Grondwetsherziening. XXXI. De staatsraad moet behouden blijven: de meester heeft het gezegd. XXXII. Vrijheid van godsdienst. XXXIII. Afgeluisterd gesprek. XXXIV. Bezitten wij een ministerie? XXXV. Eerbied voor de bestaande wet, onmisbaar voor eene duurzame vrijheid. XXXVI. Nederlands beschermengel waakt nog. XXXVII. Merkwaardige woorden van Lord Palmerston.
- PDF XXXVIII. Een woord aan den opmerker der gebeurtenissen van den dag. XXXIX. War wil Olivarius? XL. Anarchie. - Regering der vrees. - Pligtbesef. - Reactie. XLI. De voorgestelde grondwetsherziening.
- PDF XLII. Les van den Apostel Paulus. XLIII. De hoofleeraar Thorbecke en de heer Proudhon over het kiesstelsel. XLIV. De taak der justitie in deze en in vroegere dagen. XLV. Ministerieele zelfstandigheid. XLVI. Lessen uit Frankrijk. XLVII. Maat in alles. XLVIII. De toekomst moet niet te zeer gebonden zijn. XLIX. Geen diplomatie meer. L. Het handelsblad over het ontwerp der grondwet.
- PDF LI. Vrijheit van onderwijs. LII. Het onderwijs volgens het ontwerp van grondwet. LIII. Verband tusschen de uitgaven en middelen, volgsn het stelsel der veranderde grondwet. LIV. Het voorloopig kiesreglement, het aanhangsel der nieuwe grondwet, hetwelk haar in het niet doet verdwijnen. LV. War moet men doen, om verder vragen te voorkomen? LVI. De clubs van 1794. LVII. Zuivere denkbeelden der Ministers omtrent de vertagenwoordiging des volks. LVIII. Wordt er voor ons gewaakt? LIX. Orde. LX. Les uit ...
- PDF LXI. De eerste kamer der staten-generaal door Olivarius aanbevolen, door de nieuwe rotterdamsche courant verworpen. LXII. De ministers aan het werk. LXIII. Het vorloopig verslag van de tweede kamer der staten-generaal over de aangebodene wetten betreffende de grondwets-herzeining. LXIV. Wat is er van de ministeriele homogeniteit. LXV. Minister en volksvertegenwoordiger. LXVI. De heer van Dam van Isselt oder de begrooting van oorlog. LXVII. Het journal de la Haye.
- PDF LXVIII. Regt van vereeniging, in Frankrijk beproefd maar afgekeurd. LXIX. De opvatting van den heer Nedermeijer van Rosenthal getoest aan het regt en aan de door de regering des Konings aangenomene beginselen. LXX. De voorgedragene finantiele maatregelen. LXXI. Rectificatie van Cijfers aan de staatscourant.
- PDF LXXII. Limburg. LXXIII. Oordeel van den heer Coquerel over de vereenigingen. LXXIV. De aanvrage tot ontslag van den heer Mr. Dirk Doncer Curtius.
- PDF Vorsatz
- PDF Rückdeckel